Voor iedereen
Wijzigingen box 3
De bedoeling was box 3 grondig te hervormen. Deze hervorming kost meer tijd, daarom komt het kabinet kleine spaarders tegemoet binnen het huidige stelsel.
Bron: Wet aanpassing box 3
Ingangsdatum: 1-1-2021
Status: In behandeling Tweede kamer
De voorgenomen aanpassingen vanaf 2022 (op basis van het voorstel van staatssecretaris Snel) gaan niet door, omdat ze de spaarder ontzien maar de belegger onevenredig zwaar belasten. Het wijzigingsvoorstel is een aanpassing binnen de huidige systematiek van belastingheffing over vermogen. De voorgestelde wijziging moet de kleine belegger en de spaarders meer ontzien. Daarvoor verhoogt staatssecretaris Vijlbrief het heffingsvrije vermogen naar € 50.000 (was € 30.846) voor alleenstaanden en € 100.000 (was € 61.692) voor partners.

Let op
Het belastingtarief in box 3 wordt verhoogd naar 31%. Op deze manier kan de verhoging van de heffingsvrije voet worden betaald.
.
.
Box 3 in 2021
Grondslag sparen en beleggen
Van..
€ 0
€ 50.000
€ 950.000
Bron: Rijksoverheid
Grondslag sparen en beleggen
Tot en met
€ 50.000
€ 950.000
€ -
Sparen
0,03%
67%
21%
0%
Beleggen
5,69%
33%
79%
100%
Forfaitair rendement
1,898%
4,501%
5,69%

Als het vermogen lager is dan het heffingsvrije vermogen, betaal je géén belasting in box 3. Door de verhoging betalen ongeveer 900.000 belastingplichtigen geen belasting over inkomen in box 3. In de memorie van toelichting wordt aangegeven dat iemand met een vermogen tot ongeveer € 220.000 (partners € 440.000) minder belasting gaat betalen en iedereen met meer vermogen door de tariefverhoging dus ook meer belasting gaat betalen. Laten we eens kijken hoe de berekeningen uitpakken. Hieronder een aantal vergelijkingen tussen de huidige belastingheffing in box 3 en de voorgestelde wijziging.
.
.
.
.
Vermogen
€ 100.000
€ 200.000
€ 400.000
€ 3.000.000
2020
Zonder fiscaal partner
€ 371
€ 1.600
€ 4.112
€ 43.207
Met fiscaal partner
€ 204
€ 742
€ 3.200
€ 38.894
2021
Zonder fiscaal partner
€ 294
€ 1.689
€ 4.480
€ 48.131
Met fiscaal partner
€ 0
€ 588
€ 3.378
€ 43.344

Rendementsgrondslag wordt basis voor inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen Tot nu toe wordt voor inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen zoals zorgtoeslag en huurtoeslag de grondslag sparen en beleggen gebruikt. Dat is de rendementsgrondslag verminderd met het heffingsvrije vermogen. Door de verhoging van het heffingsvrije vermogen kunnen meer mensen aanspraak maken op een toeslag of in aanmerking komen voor een hogere toeslag. Dat is niet wenselijk. Daarom wordt vanaf 2021 de rendementsgrondslag (bezittingen minus schulden) in box 3 de basis voor deze regelingen. Bij een rendementsgrondslag die meer is dan € 31.340 wordt de belastingplichtige verplicht om aangifte inkomstenbelasting te doen over box 3 terwijl deze geen inkomstenbelasting verschuldigd is over het vermogen in box 3. Hiervoor wordt het Besluit Fiscaal Bestuursrecht aangepast.
