Voor ondernemers
Uitfaseren oudedagreserve
Vanaf volgend jaar mogen IB-ondernemers niet meer doteren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). De reden is dat IB-ondernemers met de naderende komst van de Wet toekomst pensioenen meer mogelijkheden krijgen in de lijfrentesfeer. De jaarruimte wordt door de invoering van deze wet aanzienlijk hoger. Bovendien blijkt dat de FOR in veel gevallen niet gebruikt wordt waarvoor hij bedoeld is: het treffen van een oudedagsvoorziening.
Maatregel!
Vanaf 1 januari 2023 kunnen IB-ondernemers niet meer doteren aan de fiscale oudedagsreserve (FOR). Een FOR die tot 1 januari 2023 is opgebouwd, mag blijven staan en moet volgens de huidige regels worden afgewikkeld.
FOR zorgt voor uitstel van belastingbetaling
Een dotatie aan de FOR verlaagt de fiscale winst van de IB-ondernemer waardoor deze in dat jaar een belastingvoordeel heeft. Maar als de IB-ondernemer in de toekomst zijn onderneming staakt, valt de FOR vrij in de (stakings-)winst en volgt alsnog belastingheffing.
FOR omzetten in lijfrente
De bedoeling van de wetgever is dat de IB-ondernemer zijn FOR bij staken omzet in een lijfrente. Hij kan dan de belastingheffing over zijn opgebouwde FOR wederom uitstellen. In plaats van direct belasting te betalen over de FOR, gaat hij belasting betalen over de latere lijfrente-uitkeringen. Op deze wijze wordt de FOR gebruikt waar hij voor bedoeld is: een oudedagsvoorziening.
FOR opbouwen is een keuze
Een FOR opbouwen is niet verplicht. Elke IB-ondernemer die aan het begin van enig jaar de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt en in dat jaar minimaal 1.225 uur (urencriterium) in zijn onderneming heeft gewerkt, mag kiezen of hij dat jaar wil doteren aan de FOR. Als de IB-ondernemer kiest voor dotatie, bedraagt deze 9,44% van zijn fiscale winst met een maximumbedrag van € 9.632 (2022). Daarbij mag de FOR door de dotatie niet hoger worden dan het ondernemingsvermogen van de IB-ondernemer.
Verplichte afname FOR
Als een IB-ondernemer staakt dan valt de opgebouwde FOR dus volledig vrij in de winst. Daarnaast moet een IB-ondernemer zijn FOR verplicht laten afnemen als in enig jaar zijn ondernemingsvermogen lager is geworden dan de opgebouwde FOR of de IB-ondernemer op 1 januari van dat jaar de AOW-leeftijd heeft bereikt, óf hij in dat jaar voor het tweede achtereenvolgende jaar niet aan het urencriterium voldoet.
Een afname van de FOR betekent voor de IB-ondernemer een hogere winst en dus meer belasting betalen. Dit kan hij voorkomen door het bedrag van de afname te storten in een lijfrente. De lijfrentestorting verlaagt immers het belastbaar inkomen met hetzelfde bedrag waardoor per saldo de winst niet verandert.
Let op!
Omdat het kabinet ervoor kiest een opgebouwde FOR vóór 1 januari 2023 te respecteren, kun je nog jarenlang een FOR op de balans van jouw klant tegenkomen. En moet je dus voorlopig op de hoogte blijven van alle regels die daarbij horen.
Tip!
Een ondernemer hoeft niet te wachten met het omzetten van zijn FOR in een lijfrente tot het moment dat hij zijn FOR verplicht moet laten afnemen. Dit kan hij op elk gewenst moment doen. Hierdoor haalt de ondernemer het geld uit de risicosfeer van zijn onderneming en stelt hij zijn FOR als oudedagsvoorziening veilig. Bovendien kan het eerder gereserveerde bedrag dan groeien doordat het rendement oplevert in de polis of bij de bank.
Deel dit artikel: